Onderwijs

Recht op goed onderwijs

Ieder kind heeft recht op het beste onderwijs. Daarom werken we elke dag samen aan goed onderwijs voor alle kinderen en aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Schoolbesturen, schoolleiders en leraren nemen de verantwoordelijkheid voor deze maatschappelijke opdracht en vertalen deze op basis van een eigen visie naar wat er nodig is in hun specifieke context. Daarbij moeten scholen voldoen aan de deugdelijkheidseisen die de wetgever stelt. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk en de inspectie houdt daar risicogericht toezicht op.

 

De basisvaardigheden van leerlingen (waaronder taal- en rekenvaardigheid) moeten op orde zijn, maar goed onderwijs gaat over meer. De kwaliteit van onderwijs is niet volledig meetbaar op alle aspecten, maar vooral ook merkbaar en zichtbaar in de school. De diversiteit onder scholen is groot. Dat is een kracht van ons stelsel, maar maakt ook dat er verschillen zijn tussen scholen. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor ongewenste verschillen in kwaliteit, want elke leerling heeft recht op een school waar hij of zij zich optimaal kan ontwikkelen.

 

In dit hoofdstuk brengen we in beeld hoe schoolorganisaties werken aan onderwijskwaliteit en lichten we een aantal meetbare elementen en verschillen uit. Wij gebruiken daarbij data die nu voorhanden is. In de komende jaren breiden we dit waar mogelijk verder uit. 
 

Sinds 1 januari 2021 is er een nieuwe Code Goed Bestuur voor het primair onderwijs

Onderwijskwaliteit als centrale ambitie

Per 1 januari 2021 is er een nieuwe Code Goed Bestuur in het primair onderwijs, die door de sector zelf is vastgesteld. Daarin staan de belangrijkste principes van de sector, waarover schoolbesturen zich actief verantwoorden. De kern is dat het schoolbestuur zorgt voor goed onderwijs voor alle kinderen. Daarbij werkt het schoolbestuur voortdurend aan verbinding met de maatschappelijke context en aan professionalisering van de schoolorganisatie en zichzelf. Het schoolbestuur werkt daarbij integer en transparant. 

Schoolorganisaties zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die zij hebben voor onderwijs van hoge kwaliteit. Ze doen dit vanuit een eigen visie op en de ambitie die zij hebben voor onderwijs van hoge kwaliteit, aansluitend op hun eigen opgave. In de Code Goed Bestuur behoort het werken aan een ambitieuze visie op onderwijskwaliteit tot de kernprincipes. 

De onderwijsvisie geeft uitdrukking aan de brede maatschappelijke opgaven voor het onderwijs, en daarmee aan hoe het onderwijs bijdraagt aan de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van leerlingen. Elke school beschrijft in het schoolplan hoe zij werkt aan kwaliteit van onderwijs. Dat gaat niet alleen over wat meetbaar is, maar ook over wat merkbaar en zichtbaar is in de school. 

Bekijk hier de Code Goed Bestuur

Systematisch werken aan onderwijskwaliteit

Om schoolorganisaties te ondersteunen bij het systematisch werken aan onderwijskwaliteit, heeft de PO-Raad het model Regie op Onderwijskwaliteit ontwikkeld. Dit model sluit aan bij het cyclische proces waarmee schoolorganisaties werken: het definiëren van ambities, het vertalen naar aandachtspunten en verbeterpunten voor de verschillende rollen in de organisatie, het zicht houden op het realiseren van de ambities en het verantwoorden daarover. Het gaat steeds om wat van belang is vanuit het oogpunt van leerlingen, schoolteams en het bestuur.

In verbinding met de maatschappelijke context

In onze samenleving is iedereen betrokken bij de maatschappelijke opdracht van het onderwijs en heeft iedereen daar ook een mening over. Het is daarom vanzelfsprekend dat schoolorganisaties actief en transparant communiceren met hun omgeving over hoe ze werken aan onderwijskwaliteit.

Op Scholen op de kaart ziet u hoe scholen werken aan onderwijskwaliteit

Meer dan 90% van de scholen haalt het fundamenteel referentieniveau

Verschillen tussen scholen

De meetbare elementen van de wettelijke normen betreffen vooral kwalificatie: onderwijsresultaten voor taal en rekenen. Eisen en ambities op het gebied van socialisatie en persoonsvorming zijn vooral op schoolniveau merkbaar en zichtbaar. De ruimte en vrijheid die ons stelsel biedt om hier invulling aan te geven, leidt tot een grote diversiteit. Dat is de kracht van ons stelsel. Alle scholen streven op een eigen manier hoge kwaliteit na en werken continu aan verbetering en innovatie van hun visie op goed onderwijs. Dat leidt tot diverse invulling van onderwijskwaliteit, die in de volle breedte lastig te vergelijken is.

Opbrengsten van scholen voor taal en rekenen zijn wel te vergelijken via referentieniveaus. Die basis moet op orde zijn. Dat betekent onder meer dat alle kinderen minimaal het fundamentele niveau taal en rekenen moeten behalen en een groot deel van de leerlingen het streefniveau taal en rekenen. De scores op eindtoetsen worden gebruikt om te zien of een leerling die niveaus haalt. In onderstaande figuur, waarin de percentages staan van de referentieniveaus die door alle scholen in 2017/2018, 2018/2019 en 2020/2021 zijn behaald, is te zien dat meer dan 90% van de scholen het fundamenteel referentieniveau haalt (1F). We zien ook dat er grote verschillen zijn tussen scholen in het behalen van de streefniveaus (1S en 2F). De figuur laat zien dat scholen met dezelfde complexiteit van schoolpopulatie verschillende resultaten halen met betrekking tot het streefniveau. Dat betekent dat er kwaliteitsverschillen zijn tussen vergelijkbare scholen. Hierin ligt een opgave voor de sector: meer van elkaar leren, ambitieuze(re) doelen stellen en de collectieve ambitie versterken. 

De PO-Raad ondersteunt schoolorganisaties die onvoldoende scoren op de indicatoren van de inspectie, middels het programma Goed worden, goed blijven. Doel is om de basiskwaliteit van deze scholen of besturen zo snel mogelijk en duurzaam te herstellen. De ambitie van de sector is dat er geen onvoldoende of zeer zwakke scholen of besturen zijn en dat alle kinderen goed onderwijs van voldoende kwaliteit krijgen.

In 2021 is het bestuursgericht toezichtskader verder aangescherpt

Besturen zijn verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit

Schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in hun scholen. De inspectie houdt hier toezicht op. 

In 2017 introduceerde de inspectie een bestuursgericht onderzoekskader voor het primair en voortgezet onderwijs. Elk bestuur wordt eens in de vier jaar onderzocht, waarbij het toezicht proportioneel wordt ingericht. Ter verificatie worden ook enkele scholen in het bestuur onderzocht. 

Kwaliteitszorg bij ruim 80% besturen op orde

In de periode vanaf 2017 zijn 494 besturen onderzocht. De inspectie oordeelt dat ruim 80% van de besturen de kwaliteitszorg voldoende op orde heeft. Ook op de standaarden Kwaliteitscultuur en Verantwoording en dialoog behalen ruim 90% van de besturen een voldoende of goed oordeel. 

 

Bestuurlijke visitaties en audits

Elk schoolbestuur neemt minimaal eens in de vier jaar deel aan collegiale bestuurlijke visitatie. Dit is in de sector afgesproken. Hierbij worden relevante belanghebbenden betrokken. Uit een gespreksronde van de PO-Raad in 2020 onder 774 besturen blijkt dat een kwart van de schoolbesturen gebruikmaakt van bestuurlijke visitaties (24%). Veel besturen zijn hier in de afgelopen vijf jaar mee gestart. 

Visitaties dragen volgens deelnemers bij aan:
• dialoog in de organisatie over bestuurlijk handelen;
• brede reflectie op de organisatie en de besturing ervan;
• spiegel voor bestuurlijk handelen;
• leren van hoe collega’s het doen;
• verantwoordingsmogelijkheid richting inspectie.

Bron: Gespreksronde PO-Raad, 2020

Interne audits

Om als bestuur zicht te houden op de kwaliteit van scholen worden onder andere interne audits uitgevoerd. Van de bevraagde schoolbesturen in een gespreksronde van de PO-Raad in 2020 zet een meerderheid (66%) interne audits in als instrument. Grotere schoolbesturen (zeven scholen of meer) maken vaker gebruik van audits dan kleinere.

Hoe werkt een bestuurlijke visitatie?

Het gesprek over onderwijskwaliteit

Het bestuur en het intern toezicht evalueren samen met de medezeggenschapsraad regelmatig het functioneren van het bestuur. Hierbij is zowel aandacht voor de realisatie van de opgaven, als voor de wijze waarop hieraan wordt gewerkt. De PO-Raad heeft een handreiking ‘Samen werken aan onderwijskwaliteit’ gemaakt voor schoolorganisaties om het gesprek te voeren over onderwijskwaliteit, vanuit de verschillende rollen van schoolleider, bestuurder, toezichthouder en (G)MR-lid.

Zó werkt u met de hele onderwijsgemeenschap aan onderwijskwaliteit